Niet echt.
We proberen het wel. Proberen ons te verplaatsen in hem. Denken wat hij zou denken. Voelen wat hij zou kunnen voelen. Ik lijk veel op hem. Heel veel.
En ik denk dat ik het wel snap.
Vroeger als klein meisje van een jaar of 7/8 werd ik wel eens wakker
En nu is hij ziek. Die ziekte die zoveel mensen mee op reis neemt naar daar waar we hen niet kunnen bezoeken. En hij maakt zich zorgen. Over nu en over later. Dat denk ik. Want dat hij niet onsterfelijk is, dat weet hij heus wel. Hij is geen gek. En wij weten dat ook. En hij blijft nog heel lang bij ons. Want hij gaat overal eigenlijk fluitend doorheen. En in november gaat hij op vakantie met de kindjes en met oma. En mijn verjaardag komt eraan. En op die van Vince is hij beter. Maar nu is er even niets. En weten we even niets. Hij staat even stil. Heeft even pauze. Pauze van het leven lijkt het wel (denk ik dat hij denkt). Niet ten volle kunnen genieten van alle leuke dingen, die er dus heus nog wel zijn. Want wat als? Die grote vette letter "K" hangt als het zwaard van Damocles boven je hoofd. Hij laat je geen minuut alleen. Of het moet al zijn in die ene sluimerende minuut voor het ontwaken, waarin de wereld nog bestaat uit regenbogen en regen van goud, wuivende bomen en feeërieke figuren. Dat denk ik. Als ik me probeer te verplaatsen in hem. Want ik weet het niet. Maar ik ken mijn papa.Misschien maar een beetje, misschien heel goed. Bang om te sterven is hij niet. Bang om vergeten te worden des te meer. Als het zou kunnen zou ik hem op mijn schoot nemen, mijn grote sterke armen om hem heen slaan en de woorden tegen hem fluisteren die mij al zoveel jaren troost schenken. Zoals denken aan mijn papa mij altijd troost schenkt. Want eigenlijk is hij wel onsterfelijk. IK zal ervoor zorgen dat hij nooit vergeten wordt. Ik ken al zijn verhalen. Zijn wijze lessen. Zijn fratsen. Zijn liefde voor mensen. Voor ons. Ik heb altijd over mijn paps gepraat, opgeschept. Nu nog!! En zal dat altijd blijven doen.
B-E-L-O-O-F-D.